We maken kennis met dorpsfiguren zoals de oudere generatie ze nog gekend heeft. Katrien, een ouderwetse jonkvrouw, is vaak het mikpunt van spot. De koster koestert een bovenaardse liefde voor Soeur Angelikske, het jonge nonneke. De pastoor is erg naïef en laat zich voortdurend vangen aan de pastoorsmoppen van Sooi. De meester treurt om de dood van zijn vrouw. Tuur de facteur loopt meer zat dan nuchter, tot wanhoop van zijn vrouw Bertien. Matil, de bomma, moeit zich nergens mee maar steekt overal haar neus tussen. Tussen de roddels en veel pinten door tracht de garde de vrede te bewaren. Sooi de cafébaas en Toon de slager zijn vier handen op één buik. Ze drinken samen hun pintjes en praten vrij uit over alles en nog wat, behalve over één zaak. Twintig jaar geleden hebben ze zich in een zwak moment schuldig gemaakt aan partnerruil. Daar ze het van elkaar niet weten zijn ze er zonder meer van overtuigd dat de kinderen, die hiervan het gevolg waren, halfbroer en halfzus zijn. Wanneer deze kost wat kost willen trouwen, moet er opgebiecht worden en komt de waarheid aan het licht.
Leave a Reply